Bobike Mini Go Stuurpen Montage handleiding

PDF formaat: Bobike Mini Go Stuurpen bevestiging Montage handleiding

VOORZITJE VOOR OP DE FIETS - BALHOOFDBUIS MONTAGE

Voor de veiligheid van het kind en uw gemoedsrust heeft Bobike de perfecte manier ontwikkeld om uw kind te vervoeren. Deze methode is geschikt voor een breed scala aan fietsen voor volwassenen.
Onze ergonomische fietszitjes zijn allemaal gebouwd met veiligheid en comfort als belangrijkste uitgangspunten.
In deze handleiding vindt u informatie over de bevestiging van het fietszitje op de balhoofdbuis van uw fietsframe.
Lees de handleiding zorgvuldig door voor een veilige en juiste installatie van het fietszitje.

PRODUCTOVERZICHT TECHNISCHE KENMERKEN

MONTAGE-INSTRUCTIES

1. Controleer eerst of er bij de balhoofdbuis genoeg ruimte is om het bevestigingsblok (E) aan te brengen. Zo niet, dan moet waarschijnlijk het stuur hoger worden afgesteld, zodat er onder het stuur voldoende ruimte is voor het bevestigingsblok (E) en voor de benen van het kind. Bij problemen kunt u het beste advies vragen bij de winkelier of bij de fietsfabrikant.

2. Haal alle componenten uit de verpakking (6 onderdelen).

3. Snijd het veiligheidsbandje los zodat u het bevestigingsblok (E) van de metalen pennen (A1) kunt schuiven. Schuif het bevestigingsblok (E) omlaag van de pennen af.

4. Draai met de inbussleutel (E1) de 2 bouten (E4) los en haal de bouten (E4) en sluitringen (E2) eruit.

5. Ga verder met set A of set B. Kijk of uw fiets geschikt is voor de standaardset (Optie A). Heeft u een mountainbike, dan moet meestal set B worden gebruikt.

Optie A/E7: Bevestiging met de standaardset voor buizen van 22-32 mm doorsnede.

A1. Controleer eerst of de beugel (E5) van het bevestigingsblok goed zit: de aanduiding ‘TOP’ moet aan de bovenkant zitten.
Breng vervolgens het voorste afstandsstuk van set A (E7.1) op de juiste wijze aan in de beugel (E5) van het bevestigingsblok, zoals op de afbeelding. Het geheel doet u op de balhoofdbuis.
A2. Met de beide achterdelen (E7.2 en E7.3) omknelt u nu de balhoofdbuis. Plaats de schroeven (E4) met de ringen (E2) in het bevestigingsblok.
A3. Draai de schroeven aan met de inbussleutel (E1). Controleer of het bevestigingsblok (E) goed vast zit en niet beweegt. Deze controle is van het grootste belang voor de veiligheid van het kind.

Optie B/E6: Bevestiging met de set voor mountainbikes met buizen van 1-1/8”

B1. Verwijder zo nodig het stuur om genoeg ruimte te maken voor het plaatsen van het bevestigingsblok. Haal de originele afstandsstukken van de balhoofdbuis.
Draai de schroeven los om het geheel van E7.1 +E7.2 +E7.3, dat er standaard inzit, eruit te kunnen halen. Het is niet nodig de schroeven te verwijderen.
B2. Voordat u de set plaatst (E6.1 + E6.2) controleert u dat de beide delen volgens de afbeelding geplaatst zijn, met de gleuven tegenover elkaar.
B3. Breng het bevestigingsblok aan volgens de afbeelding en schuif het sluitstuk (E6.2) van set B erin. Let op dat de gleuf daarvan aan de onderkant zit evenals die van het afstandsstuk. Dan zitten de al aanwezige schroeven van het bevestigingsblok (E5) ook goed.
B4. Nu het bevestigingsblok (E5) en de juiste set (E6) geplaatst zijn, gaan we het geheel vastdraaien. Breng daartoe de moeren (E6.3) aan in de openingen van het achterdeel (E6.2) van de set. Let op: de moeren zijn zelftappend, dus ze moeten goed zitten, met de blauwe cirkel aan de buitenkant.
B5. Nu het bevestigingsblok (E5) en de juiste set (E6) geplaatst zijn, gaan we het geheel vastdraaien. Breng daartoe de moeren (E6.3) aan in de openingen van het achterdeel (E6.2) van de set. Let op: de moeren zijn zelftappend, dus ze moeten goed om zitten, met de blauwe cirkel aan de buitenkant.
B6. Draai de schroeven aan met de inbussleutel (E1). Controleer of het bevestigingsblok (E) goed vast zit en niet beweegt. Deze controle is van het grootste belang voor de veiligheid van het kind.

6. Nu optie A of optie B is uitgevoerd, controleert u nogmaals of het bevestigingsblok (E) goed vast zit en in de juiste positie ten opzichte van het stuur en het wiel. Het bevestigingsblok (E) moet zo laag mogelijk rond de balhoofdbuis zitten.

7. Om het kinderzitje te plaatsen steekt u de metalen pennen (A1) door de openingen (E5.1) in de beugel (E5) van het bevestigingsblok. U hoort een klikje als de pennen (A1) ver genoeg erin zitten. Ze steken dan iets uit onder het bevestigingsblok (E). Controleer dat het kinderzitje verticaal geplaatst zit.

8. Nu moet nog de veiligheidsring (E3) worden aangebracht door het gat onderin de metalen pen (A1). Deze stap is van het grootste belang voor de veiligheid van het kind.

9. Ga vervolgens op de fiets zitten en verzeker u ervan dat u nog steeds goed kunt sturen en remmen met het fietszitje. Controleer eveneens of er voldoende ruimte is voor het kind tussen het zitje en het stuur.

10. Maak eerst de gordel los, voordat u het kind in het zitje plaatst. Dit doet u door de ontgrendelingsknoppen aan beide zijden van de veiligheidsriem (B4) in te drukken en de gesp (B1) omhoog te trekken, zodat die uit de houder (B5) loskomt. Plaats het kind in het zitje. Steek de veiligheidsgesp (B1) weer in de houder (B5). Controleer of de houder voor de gesp (B5) op de juiste plaats zit en het kind geen pijn kan doen. Vervolgens stelt u de lengte van de gordel af op het grootte van het kind, zodat het kind veilig vastzit. Allereerst past u de hoogte van de gordel aan. Hiervoor trekt u aan de gordelbanden, totdat ze de lengte van het kind hebben. Dit doet u met de verstelgespen B2 en B3. Om mee te gaan met de groei van het kind gebruikt u de openingen voor het afstellen van de gordel
(B6) om de hoogte van de riem aan te passen. Voordat u gaat fietsen, moet u altijd goed controleren of het kind goed vastzit en of de gordel nauw sluit maar niet zo strak zit dat het kind er pijn door krijgt. We raden aan om eerst de veiligheidsgordel af te stellen en dan pas het kind de helm op te zetten. NB: Altijd de veiligheidsgordels gebruiken.

11. Het riempje van de voetsteun (D) kunt u losmaken door het iets omhoog te trekken, zodat het loskomt van de uitstulping (D3). Daarna schuift u het riempje verder omhoog totdat het onderste deel uit de geleider komt. Zet de voet van het kind in de voetsteun.
Om het voetriempje (D1) vast te maken, steekt u het dunne uiteinde van het riempje (D1) door de gleuf van de voetsteun. U kunt het riempje vastzetten door het omlaag te trekken en het gewenste gat over de uitstulping (D3) te duwen. Het riempje (D1) zit nu goed vast over de uitstulping (D3).

12. Nu moet nog de hoogte van de voetsteunen worden aangepast bij de grootte van het kind. Druk daartoe de knop (D2) van de voetsteun in en schuif de voetsteun (D) omhoog of omlaag naar de juiste hoogte. Laat de knop los, zodat de voetsteun (D) vergrendeld blijft zitten in de bedoelde positie. U hoort een klikje en de knop (D2) moet naar buiten uitsteken. Noot: Het is het beste de voetsteunen zo af te stellen dat het kind de knieën iets meer gestrekt dan gebogen heeft, zodat het comfortabel zit.

13. Zorg ervoor u alle opgegeven instructies volledig opgevolgd heeft. Als dat het geval is, dan is het fietszitje klaar voor gebruik. HET IS VERPLICHT OM het volgende hoofdstuk over veiligheidsinstructies voor het gebruik van uw fietszitje TE LEZEN.